subscribe to RSS

Agents of Chaos

Zonder jou draait geen enkel tandwiel…

0 comments
Zonder jou draait geen enkel tandwiel…

Een tekst geschreven enkele dagen na het conflict met de Stalinisten tijdens de rellen van 20 oktober (de tweede dag van de 48-urige algemene staking) voor het Griekse parlement.

“Zoals het er nu voor staat, komen de mensen pas de straat op als ze echt bang zijn; en dan komen ze plotseling, allemaal tegelijk… En dan zal de KKE gebruikt worden om ze te stoppen.” Deze verbazingwekkend precieze voorspelling werd gedaan door een oude Trotskyist tijdens een praatje in een café in 2007[1]. In deze tekst kijken we naar de openlijke opkomst van de KKE als politiemacht[2], de gebeurtenissen van 20 oktober, hun betekenis voor de ontwikkeling van de klassenstrijd in Griekenland en hoe ze relateren aan de ontwikkeling van de crisis.

We zullen beginnen door kritisch te kijken naar de centrale stelling van de positie die de KKE verwijt dat ze “de arbeidersklasse hebben verraden”. Degenen die deze mening zijn toegedaan, klagen ook dat we “onderling ruzie maken”. Hun positie wekt de indruk dat ze de rol van de KKE in de klassenstrijd in Griekenland over het hoofd ziet. Maar dit is geen slordigheidsfoutje veroorzaakt door onoplettendheid. Wat deze positie niet ziet wordt bepaald door de kern van wat ze wel ziet, door de structuur van haar visie en de inhoud daarvan. Deze visie ziet revolutie als de overwinning van de arbeidersklasse, als de transformatie van de kapitalistische samenleving in een ‘arbeiderssamenleving’, met andere woorden: revolutie zoals de KKE ook zegt deze te zien (met zichzelf op de positie van haar bazen, uiteraard). Daarom beschuldigt zo’n kritiek de KKE van ‘verraad’ in het gevecht voor een gezamenlijk doel. Ze houdt vol dat de KKE het gemeenschappelijke doel van een ‘vrije arbeidersmaatschappij’ verraad omdat ze, in haar praktijk en discours, de politieke vorm van de arbeidersstaat naar voren brengt, in tegenstelling tot het zelfbeheer van de productie en op deze grond keert deze visie zich tegen het gebruik van de slogan “Zonder jou draait geen enkel tandwiel – arbeider, jij kan de zaken besturen zonder de bazen” door de KKE.

Het lijkt misschien op het eerste oog paradoxaal, maar het is deze slogan die de essentie van de gebeurtenissen van 20 oktober bevat. De inhoud van deze slogan drukt de kant van de KKE (maar niet alleen die van de KKE en dat is heel belangrijk) uit in dit conflict dat het historische product is van de praktijken in de klassenstrijd in de huidige periode. Een nauwkeurige lezing van de slogan laat zien dat het woord arbeider de sleutel is van de inhoud van de revolutie volgens de KKE (en bepaalde anderen). Deze ‘revolutie’ zal de arbeider als zodanig niet afschaffen, ze zal de proletarische toestand niet opheffen, ze zal de ‘tandwielen’ niet opheffen en de waardeproductie ook niet. In tegendeel, ze roept arbeiders op om te strijden (of, in het geval van de KKE, zich als schapen achter hun hoeders te scharen) om arbeiders te blijven, om door te gaan met het ‘laten draaien van de tandwielen’. De utopische zinsnede ‘zonder de bazen’ betekent ‘uit jezelf’, als arbeiders zonder bazen, zogenaamd als eigen bazen of met de ‘arbeiderspartij’ als baas. Achter de opportunistische kaping van een ‘anarchistische slogan’ door de KKE schuilt het essentiële punt dat arbeid hier een afgescheiden menselijke activiteit blijft na de ‘revolutie’, met alle gevolgen van dien.

De verdediging van het parlement en de politie door de KKE op dit kritische moment voor staat en kapitaal, tegenover de aanvallen van een deel van het proletariaat is volledig verenigbaar met deze slogan, vooral omdat zulke aanvallen tegen staat en eigendom alleen mogelijk zijn met de steun van een groot deel van het proletariaat, zoals duidelijk werd op 19 oktober. De verdediging van de arbeid kan niet plaatsvinden in een historisch vacuüm – een ahistorische vorm van werk (zoals naar voren komt in slogans als “wij willen werk, geen werkeloosheid”) bestaat niet – ze is noodzakelijkerwijs de verdediging van de specifieke vorm die de arbeid in de huidige historische situatie aangenomen heeft. Als gevolg hiervan zal de ‘revolutie’, volgens de KKE, de herstructurering van de arbeid zijn op basis van haar historisch bepaalde toestand (iets wat al lang gedaan werd door de Bolsjewieken toen ze de macht overnamen in Rusland als deel van de proletarische revolutie van 1917, net zoals toen de CNT vakbond de fabrieken overnam na de proletarische opstand van 1936 in Spanje). Als we deze conclusies langs de strategie van de KKE leggen om een steeds belangrijkere rol te spelen in de reproductie van de arbeidersklasse, dat wilt zeggen, om kracht te verwerven als reproductiemechanisme van de kapitaalrelatie parallel met de staat, of in sommige gevallen als ‘tandwiel’ van het staatsapparaat, dan is het duidelijk waarom, in de context van het toenemende belang van politietoezicht en interventie in de reproductie van de arbeidersklasse, de KKE de rol van politiemacht moet spelen.

En degenen die de KKE aanvielen dan? Hoe is het verklaarbaar, in termen van de bovenstaande redenering, dat een deel van diegenen die het roodfront van de politie aanvielen, dat de weg naar het khaki front van de politie blokkeerde, een groot deel van het wereldbeeld van de KKE omtrent revolutie delen? Heeft het zin om hen te bekritiseren voor hun gevecht tegen de KKE over de controle over de Amalias straat, en effectief over het politieke leiderschap van de beweging? Deels, maar er zit een fout in de vraagstelling zelf, namelijk de vraag omtrent het ‘politieke leiderschap van de beweging’. De betekenis van 20 oktober ligt verborgen onder de oppervlakte van het politieke dispuut. De vraag waarom dit conflict geproduceerd werd, wat haar ware inhoud is en waarom ze nu de centrale zaak binnen de klassenstrijd is[3] in veel landen, kan alleen beantwoord worden als men voorbij de tegenstellingen tussen links en de anarchisten gaat (een tegenstelling van voorgaande revoluties waarbij de “tradities van alle dode generaties als een nachtmerrie op de geesten van de levenden drukken”). Om voorbij deze tegenstelling te gaan moeten we stilstaan bij de inhoud van het ‘anarchistische’ kamp, het zwarte blok of hoe mensen het ook willen noemen (hoewel deze veelvormigheid al een signaal is). Het is bekend dat het deel van degenen die betrokken waren bij de conflicten en ‘organisch’ toebehoort aan de militante anarchistische groeperingen vrij klein is en minder belangrijk wordt naarmate de crisis zich verdiept. Het is ook bekend dat vandaag de dag zelfs gewone arbeiders op de vuist gaan met de politie – vaak zelfs zonder dat hun vakbonden hen hiervoor veroordelen (zie POE-OTA) – net als de werkelozen of soms zelfs de kleinburgerij (taxi eigenaren) die in rap tempo geproletariseerd worden. Degenen die, op welke manier dan ook, aan de basis stonden van de grootschalige rellen van de afgelopen periode zijn niet voornamelijk georganiseerde anarchisten en de invloed van de georganiseerde anarchisten hierop is minimaal. Het is een gemengde groep van jonge (en terwijl de crisis zich verdiept, niet alleen jonge) proletariërs die precair of werkeloos zijn, of middelbare scholieren en universiteitsstudenten zijn. Hun praktijken – voornamelijk rellen zonder specifieke eisen die tegelijkertijd los van en binnen de strijd met eisen plaatsvinden – drukken de huidige impasse van de eisen uit, het gebrek aan toekomst geproduceerd door de crisis, welke een crisis van het bestaan van het loon is en daarmee van de proletarische reproductie. Diegenen die op de vuist gaan met de politie zijn niet zozeer ‘revolutionairen’ die dit doen omdat ze ‘klassenbewustzijn’ hebben; ze zijn beoefenaars van de praktijken die in het leven worden geroepen door de uitsluiting van proletariërs uit de arbeid, door de gewelddadige neerwaartse druk op de middenklasse, door de koortsachtige koers van de crisis van een geherstructureerd kapitalisme en de poging om haar te repareren met een nieuwe ronde van aanvallen vanuit het kapitaal die het bestaan van het loon an sich in twijfel trekken. Deze praktijken zijn ook tot een doodlopend spoor, gezien vanuit de visie die een strategie zoekt naar de overwinning van de arbeidersklasse en het vestigen van een ‘arbeiderssamenleving’. Het is deze impasse die het overstijgen van deze praktijken voorspelt via de klassenstrijd, een overstijging die niet zal resulteren uit hun overheersing over andere praktijken, maar die het product zal zijn van hun conflictueuze gelijktijdige bestaan met de revindicatieve praktijken. Deze overstijging zal slechts mogelijk zijn op het moment wanneer dit conflict niet slechts de dynamiek van de rellen zonder eisen reproduceert, maar ook het nemen van bepaalde maatregelen zal bevatten. Dit conflict wordt objectief geproduceerd – individuele keuzes worden hierin overstegen door de genadeloze slachting van de crisis. Dit was niet zozeer een conflict tussen anarchisten en de KKE voor het parlement – dat leek slechts zo. Zo’n begrip dient slechts de belangen van de KKE, hun meelopers en de politiek georganiseerde anarchisten. Er zullen zeker pogingen zijn – aan beide kanten van het conflict – om hier politieke munt uit te slaan en op de korte termijn kunnen beiden succesvol lijken. Er zal geruzied worden over wie zich het meest bekommerd om de eenheid van de arbeidersklasse, met verwijten over en weer. De ontwikkeling van de crisis zal zich echter verdiepen en de gebeurtenissen van 20 oktober zullen spoedig een onschuldig spelletje met rotsen, een paar molotovs en honderden stokken met rode vlaggen lijken.

Het conflict dat, in termen van politiek fetisjisme, een confrontatie tussen anarchisten en de KKE voor het parlement leek, was het product van een intern conflict van proletarische praktijken binnen de hele cyclus van conflicten die begon na de herstructurering van de jaren ’80 (’90 voor Griekenland); ze vormt de essentie van deze cyclus van strijd, gegenereerd en ontwikkeld door de tegenstellingen die nu samenkomen in de huidige crisis. Dit conflict was het historische product van de kapitaalaccumulatie, van de klassenstrijd en niet van bepaalde ‘strategieën’, ‘verraad’, ‘klassenbewustzijn’ en andere ideologische termen. De twee kampen die in snel tempo geproduceerd zijn als gevolg van de condensatie van de historische gebeurtenissen zijn erg vloeibaar; wat vandaag de revolutie lijkt te voorspellen via de overstijging van haar limieten, zal morgen verdeeld lijken; haar interne tegenstellingen, die vandaag niet belangrijk lijken, zullen exploderen. De verdieping van de crisis zal leiden tot praktijken voorbij die van de huidige ‘fase van de rellen’. De rebellen van morgen (en dat zou wel eens niet zo ver weg kunnen zijn) zullen gedwongen worden maatregelen te nemen om de strijd door te zetten die tegelijkertijd overlevingsmiddelen zijn, communistische maatregelen die de crux van de meerwaardeproductie zullen beïnvloeden en nieuwe sociale relaties zullen vormen. De tegenstellingen van militarisme en sexisme, die noodzakelijkerwijs met de rellen arriveren, zullen exploderen in het kamp dat het hele bestaan van de ‘waardevorm’ in twijfel trekt. Interne conflicten komen er aan, nieuwe verdelingen zijn onvermijdbaar.

We leven in een maalstroom; er is niks dat ons nu nog kan redden. Iedere poging om de structuur van de huidige sociale relaties te begrijpen, iedere poging om los te breken van de politieke visie op revolutie die, doordat ze enkel politiek is, behoort tot de oude wereld van de voorgaande revoluties, zal zeker bijdragen aan de kritiek op deze wereld. Een wereld die hoe dan ook beeft, als samenraapsel van sociale relaties die opgeheven gaan worden in de komende revolutie.

Blaumachen

  1. KKE, de Griekse communistische partij
  2. Het is niet slechts hun blokkering van de demonstranten die richting het parlement wildentrekken wat de KKE tot politiemacht maakt. Er is bewijs dat de KKE ook de plexiglas politiebarrière op de Via Sophias beschermde en losse ordedienstlinies vormde die het parlement beschermden, zonder dat hier achter KKE demonstranten ‘in burger’ stonden.
  3. Deze zaak is zo centraal in Griekenland dat ze de moord op een demonstrant door de politie onder liet sneeuwen. De politie gebruikte zoveel traangas dat ze uiteindelijk iemand vermoorde die ‘de arbeidersklasse beschermde’ door het parlement te beschermen. In veel landen, voornamelijk die in de eerste zone van de kapitalistische accumulatie (de meest recente voorbeelden vonden plaats in Italië en de VS), verschijnt dit conflict in de vorm van een tegenstelling tussen rellen en ‘vreedzame’ bezettingen/demonstraties.

Leave a Reply